zaterdag 8 maart 2008

Donderdag 9/8: Los Arcos - Santo Domingo de la Calzada (73/221km)



De morgenstond had goud in de mond, behalve voor Dorien, want die had een minder goede nacht achter de rug. Zij was deze keer het slachtoffer van een leeglopende matras. De zon was weer van de partij en na Frans en René bedankt te hebben voor hun hartelijke ontvangst, begonnen we aan de vierde rit.

Het was een moeizame start. De wijn van de avond ervoor zat er waarschijnlijk voor iets tussen, maar de opeenvolging van enkele pittige hellingen zal er ook niet vreemd aan geweest zijn. We verlieten de Navarrastreek en reden de streek van de Rioja binnen. In Viana maakten we een korte stop in een truckerscafé. We aten er een heerlijke bocadillo waarna we verder reden richting Logroño.
We zaten goed op schema en namen even de tijd om de hoofdstad van de Rioja, Logroño te verkennen. We bezochten de Sint Jakobskerk waar Santiago boven de hoofdingang stond afgebeeld als Matamoros, de Morendoder. Op een plein aan de prachtige kathedraal, de Santa Maria la Redonda, werd de eerste San Miguel van de dag geconsumeerd. Vanaf Logroño volgden we de N-120. Het was een brede maar verkeersluwe autoweg. Het was er zo rustig omdat over bijna de ganse lengte een parallelle autosnelweg aangelegd was. Werkzaamheden veroorzaakten echter levensgevaarlijke situaties. Vrachtwagens, auto’s en fietsers dienden over twee versmalde rijstroken hun weg op de N-120 verder te zetten. We vonden het fietsen daar te gevaarlijk en besloten op de in aanleg zijnde snelweg verder te fietsen.

We verlieten de autosnelweg na een achttal km en reden langs de N-120 verder richting Santo Domingo. In Santa Domingo aangekomen, gingen we op zoek naar de hostal waar Pete 2 kamers had gereserveerd. De hostal bevond zich aan een oud klooster en werd gerund door nonnen. De fietsen werden in de tuin gestald, waarna we onze kamers opzochten.

Het was nog vroeg en we besloten om de kip en de haan, waar Santa Domingo voor gekend was, een bezoekje te brengen. De legende zegt dat een edelman en zijn zoon onderdak zochten in Santa Domingo. Ze vonden die bij een boer. De dochter probeerde de zoon te verleiden en toen dit niet lukte, stak ze een zilveren schotel in de bagage van de zoon. Ze waarschuwde de politie, die de zoon arresteerde. Hij werd ter dood veroordeeld en opgehangen. Ondertussen had de dochter spijt gekregen en biechtte alles op. In zeven haasten ging de boer naar de rechter en vroeg hem om de jongen te redden. De rechter zei dat de zoon zo dood was als de kip die op zijn bord lag. De kip stond op en de zoon werd gered. Spijtig genoeg was de kerk gesloten, waardoor we ons tevreden moesten stellen met de kippenbeelden die her en der in de steegjes stonden.

Voor ons avondeten belandden we op het terras van een Italiaans restaurant. We bestelden er heerlijke pizza’s en omdat we er goed zaten, besloten we om er nog iets te drinken en wat te kaarten. Nog maar net hadden we onze drank of een garçon verzocht ons vriendelijk om te stoppen met kaarten. Misnoegd dronken we onze wijn op, waarna we besloten om op een ander terras verder te kaarten.

Geen opmerkingen: